Vraag een willekeurig bedrijf, merk of ondernemer waar ze het komende jaar mee bezig gaan. Dikke kans dat je iets hoort als: Hoe innoveer ik met succes? Hoe blijven we als merk of als organisatie relevant? Hoe maak ik de gebruikservaring maximaal en beter dan de concurrentie? En vooral: hoe speel ik op tijd in op verandering?
DMA Conferentie / Omgaan met een veranderlijke context
Ruim 200 wetenschappers, PhD’s, opdrachtgevers en creatieve professionals zochten net als ik antwoorden op deze vragen op de tweejaarlijkse Design Management Academic (DMA) conferentie in Hong Kong in juni 2017. Er is daarbij geput uit verschillende methodes, tools, research en praktijkcases. Met het thema Research Perspectives on creative intersections bood de DMA conferentie mij weer leerzame inzichten, die ik graag met je deel.
Twee perspectieven, één visie
De twee keynotes op de DMA Conferentie in Hong Kong waren – hoewel afkomstig vanuit verschillende perspectieven – opvallend eensluidend over de ideale aanpak.
Jeanne Liedtka, hoogleraar op de gerenommeerde Amerikaanse University of Virginia Darden School of Business, stelt duidelijk: ‘Alleen organisaties die op tijd inspelen op verandering blijven bestaan. CEO’s en managers moeten daartoe dus in staat zijn, zo ook de mensen op de werkvloer. Daarom dienen managementopleidingen en zeker de vaak conventionele MBA’s hier werk van te maken. Neem design thinking op in het curriculum. Het heeft geen zin om als beslisser jezelf blind te staren op (big) data, dan kijk je alleen maar terug en zie je slechts wat anderen ook zien (!). Durf in deze tijden mee te veranderen en met een nieuwsgierige ontwerpers-blik juist vooruit te kijken en ga de toekomst ontdekken.’
‘durf met een ontwerpers-blik juist vooruit te kijken’
En Richard Kelly die bij het toonaangevende service design agency IDEO veel grote corporate klanten hielp, bepleit het omarmen en structureel inzetten van onderzoek: ‘Heb de wil om als organisatie of merk zoveel en zo vroeg mogelijk te onderzoeken, stel je kwetsbaar op en haal daarmee de context en de wereld van je klanten naar binnen. Lukt je dat structureel te doen dan creëer je een duurzaam concurrentievoordeel. Ergo: je kunt niet meer achterover leunen en zo nu en dan eens een ‘een onderzoekje doen’. De wereld verandert zo snel en ingrijpend dat je in die context moet willen duiken, continu en diepgaand. Visie en eigenaarschap zijn daarbij essentieel want alleen dan kan er een cultuur ontstaan waarin je onderzoekt, test, meet en leert door fouten te durven maken. Kelly: ‘Het gaat erom hoe je als organisatie onzekerheid durft toe laten en de wil hebt om er iets positiefs mee te doen.’
‘durf te onderzoeken en doe dit structureel’
Structureel vernieuwen
Success story Schiphol: nieuwe manieren van onderzoek, ontwerp en itereren
Gelukkig hebben we het niet over raketwetenschap. Er is immers een mooi rijtje bedrijven die snappen waar ze het verschil kunnen maken, dat volmondig omarmen en in de praktijk laten zien. Uit de complexe wereld van de luchtvaartindustrie ken ik drie goede voorbeelden. De TU Delft werkt samen met een groot aantal stakeholders vanuit Schiphol en de luchtvaartindustrie in het PASSME programma. Door fundamenteel ‘om te denken’ en de gebruikers en behoeften centraal te stellen ontstaan radicale innovaties. Omdenken dus: zoals die zware koffer niet meer zelf meeslepen maar vooraf apart met een koerier naar je vakantieadres sturen. Dat bespaart enorm veel tijd, ergernis, gedoe, CO2 uitstoot en veel geld.
‘omdenken is het nieuwe innoveren’
Of neem Philips Lighting dat in nauwe co-creatie met een grote afnemer namelijk Schiphol inmiddels geen dozen, lampen of armaturen meer schuift, maar streeft naar langdurige partnerships. Waarbij de terminal door een combinatie van circulair ondernemen, slimme oplossingen en continue innovatie voor alle gebruikers een uitstekende ervaring biedt. En – last but not least – denk aan KLM, dat midden in haar operatie met de ‘design doing’ aanpak in korte sprints met direct betrokkenen en eindgebruikers prototypes en innovatieve concepten durft te testen.
Innovatie en verbeteringen lukken alleen met een andere ‘mind set’
Hoe mooi en sterk ook de cases op Schiphol, wil je ze tot een blijvend succes maken dan moet je ook dóór durven pakken. Helaas is het doorvoeren van innovaties allesbehalve een succesverhaal. Waar het vaak strandt is bij het (blijvend) veranderen van de interne cultuur en het interne DNA. Wil je anders te werk gaan dan moet je dat niet alleen gaan doen maar vooral ook volhouden: inspiratie en transpiratie. Dit ontstaat niet vanzelf, je moet het organiseren. Andere tijden vragen om andere spelregels en andere werkwijzen. In tegenstelling tot de industriële revolutie waar een strakke planning, controle en voorspelbaarheid de norm waren, bevinden we ons nu aan het begin van een digitale revolutie. Die vraagt als eerste en noodzakelijke stap het toelaten van onzekerheid en het accepteren van (continue) verandering. En dan helpt het zeker als een onderneming of organisatie kan beschikken over (moreel) leiderschap, een duidelijk belegd eigenaarschap en een heldere, aansprekende visie die iedereen – in alle vezels van het bedrijf – begrijpt en omarmt.
Zoals op de DMA conferentie in Hong Kong of de voorbeelden op Schiphol gaat het er hierbij om dat je als ontwerper en consultant concrete handvatten en tools biedt om het innovatie- en organisatieproces te laten aansluiten op de snel veranderende context van onze samenleving.
Daarom: blijf als creatief dienstverlener relevant
Innoveren is vaak een proces van zoeken, langzaamaan duiden en het maken van hinkstapsprongen. En dat was ook de warme aanbeveling van Richard Kelly op de DMA conferentie in Hong Kong die ik meenam naar ContentKings: ‘willen creatieve dienstverleners relevant zijn en toegevoegde waarde blijven leveren voor hun opdrachtgevers, dan moeten ze precies hierin willen groeien. Alle bedrijven worstelen namelijk met hetzelfde: ‘wat komt er precies morgen of overmorgen op mijn pad en hoe speel ik daar het beste op in?’. Ontwerpers en consultants moeten in staat willen zijn om precies dát in kaart te brengen.’